Ik ben uitgenodigd voor een online conferentie van mijn vorige werk. Een jaar geleden zegde ik mijn baan als coördinator van een universitair Honours College op om fulltime in de praktijk te werken. Ik kijk er naar uit om mijn oud-collega’s weer te zien. En ik ben benieuwd welke boodschap de studenten aan de wereld willen geven.

Ik ben in mijn praktijk en zet de laptop aan. In mijn praktijk voel ik me vrij. Ik ben er ontspannen en val samen met mijn lichaam. Dit is de plek waar ik schrijf en lees, en waar ik mensen ontvang die zich openen, in een eerlijke zoektocht naar zichzelf. Vanuit hier voeg ik mij nu bij de mensen die ik voorheen op de universiteit ontmoette.

De conferentie begint. Ik zie vertrouwde gezichten en hoor ze mooie dingen zeggen. Er wordt gediscussieerd, er worden ervaringen gedeeld, suggesties gedaan. Applaus gegeven, vragen gesteld. Ik doe actief mee. Gaandeweg de bijeenkomst merk ik dat mijn lichaam onrustig word. Ik voel het opkomen in mijn handen. Mijn schouders trekken omhoog en buigen naar voren. Mijn benen verstrakken, mijn gezicht ontwikkelt een grimas. En mijn hart schreeuwt – maar ik kan haar niet horen.

Na de conferentie fiets ik als een dolle naar huis. Thuis laat ik de theepot bijna uit mijn handen vallen. De onrust neemt me over, ik ga op zoek naar iets om me mee te vervullen. Is er nog een berichtje in mijn mail of op sociale media? Hoeveel geld heb ik eigenlijk op mijn bankrekening? Zal ik een biertje nemen? Ik herken deze onrust van de afgelopen jaren. Ik weet weer heel goed waarom ik dit werk niet langer kon doen. Het brandde me op.

Dagen later, wanneer de onrust weer uit mijn systeem is weggeëbd ga ik zitten met mijn ogen dicht. Ik vraag mijn hart wat het wilde zeggen toen ik haar niet kon horen. ‘Ik wilde je vertellen dat het niet gaat om de woorden’, zegt mijn hart. ‘Je wilt je zo graag verbinden met deze mooie mensen – en dat kán gewoon. Maar verlies jezelf niet in je denken, je analyseren, je kritische zoektocht naar de Waarheid. Wees gewoon rustig aanwezig en open je hart. Dat is wat je zoekt.’

Mijn hart heeft gelijk. In de academische wereld is dat nog een stap te ver, daar valt het me zwaar om mijn hart open te houden. De schaduwzijde van het kritisch denken slaat te diepe wonden. Maar in de praktijk heb ik een plek gecreëerd waar ik precies dit kan doen. Aanwezig zijn, in verbinding, met een open hart. En van daaruit zoeken naar waar het werkelijk om gaat.

De privacy van mijn cliënten is gewaarborgd. Mijn blogs gaan daarom niet over hen.