De tweede lockdown loopt ten einde en wij besluiten een midweekje weg te gaan. Huisje in Groningen, aan het water, een stapel boeken mee en verder niks.

Als we aankomen is het warm genoeg om in het gras bij het water te zitten. De kinderen rennen weg om het vakantiepark te verkennen, mijn man pakt de kaart van de omgeving erbij, maar ik kan alleen maar voor me uit staren. Vogeltjes. Water. Ontluikende lentebomen. Geen samenhangende gedachte in mijn hoofd. Maar om me heen een grootse stilte.

De volgende ochtend ben ik vroeg wakker. Ik trek een joggingbroek aan en sluip naar beneden. Met een kopje koffie in mijn hand en een boek op schoot ga ik verder waar ik gisteren gebleven was – met staren over het water. Twee woerden drijven genoeglijk op het water, een meerkoet snelt voorbij. Een zwaluw scheert in duikvlucht over het water en in de verte woelt een tractor de donkere aarde om, die zachtjes opstuift.

Thuis zou ik nu mijn laptop openslaan om het nieuws, mijn mail en social media te bekijken. Maar ik heb mijn laptop thuis gelaten en een smartphone heb ik niet. Ik voel hoe de draadjes die me met de internetwereld verbinden worden doorgeknipt. Net buiten mijn hoofd, aan de achterkant, houden de draadjes die al weken, nee jaren, onafgebroken informatie verzamelen en uitzenden plots op. Er is daar niks, en ik ben vrij om mijn aandacht te richten op het water, de vogels, mijn eigen lijf.

De opkomende zon bereikt mijn benen, die langzaam opwarmen. Mijn buik ontspant en neemt alle ruimte in. Ik zucht diep – en weet weer hoe geluk voelt.

 

De privacy van mijn cliënten is gewaarborgd. Mijn blogs gaan daarom niet over hen.

Afbeelding verkregen via Flickr.